Prins bracht haar jeugd door in diverse landen. Haar vader was journalist en schrijver Api Prins, ook wel de laatste bohémien van Nederland genoemd. Hij schreef zijn memoires onder de titel Ik ga m’n eige baan. Haar moeder was Ina Prins-Willekes MacDonald, medeoprichter van de Montessorischool in Nederland. (cb)
Tijdens haar studie te Amsterdam werd Prins communiste . Zij redigeerde enige tijd het Internationale tijdschrift voor avantgardistische literatuur "Front", dat ze uit eigen middelen bekostigde. In 1933 debuteerde ze onder het pseudoniem Wanda Koopman met proeve in strategie , een bundel sociaalhumanitaire poëzie. In de crisisjaren lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). In de oorlog – ze had toen drie kleine kinderen en leefde gescheiden van haar echtgenoot – maakte en verspreidde ze de illegale krant Vonk in Bilthoven en omstreken. Ze werd opgepakt en verbleef als politiek gevangene voor een periode van 3 jaar in het vrouwenkamp Ravensbruck. Hierover schreef zij de roman de groene jas (1949), herdrukt als dwangarbeid en verzet in Mecklenburg 1944 (1981) & enkele poeziebundels in de jaren tachtig en negentig. (olnvl)
Sonja Prins woonde tot enkele maanden geleden als kluizenaar in de bossen van Baarle-Nassau, waar ze in de jaren zeventig vanuit Amsterdam de eenzaamheid opzocht om zich aan de literatuur te kunnen wijden. (cb)
Dit voorjaar verschijnt bij Bert Bakker de biografie De eeuw van Sonja Prins. Papieren Tijger zal haar Volledige werk in vijf delen publiceren. (cb)
bronnen : Oosthoek lexicon van Nederlandse en Vlaamse literatuur & de contrabas
2 opmerkingen:
Is het normaal dat je zo maar een foto bietst? Han van Meegeren
in principe niet - het had dan ook inderdaad netter geweest indien ik er een bronvermelding onder had geplaatst - aangezien ik die niet heb - heb ik de foto bij deze gewist.
Jur
Een reactie posten