vrijdag 23 oktober 2009

The enigma van Kaspar Hauser (bio + film)



Op pinkstermaandag (26 mei 1828) dook een verwaarloosde 16-jarige jongen op in de straten van Neurenberg. Hij kwam terecht op de Unschlittplatz. Hij droeg boerenkledij en kon nauwelijks spreken. Hij verplaatste zijn voeten zonder goed te weten hoe hij moest lopen en begreep amper iets. Aanvankelijk dacht men dat hij dronken was omdat hij steeds dezelfde zinnen herhaalde, namelijk "ik wil zijn zoals mijn vader" en "ik wil een ruiter zijn, zoals mijn vader was."

Hij had een brief bij zich, geschreven door een arbeider onder wiens voogdij hij op 7 oktober 1812 geplaatst was. In de brief stond dat hem lezen, schrijven en de christelijke religie geleerd moesten worden, maar dat hij zich niet aan de buitenwereld mocht laten zien. Hij had ook het verzoek bij zich, gericht aan de Kapitein van de Cavalerie van Nürnberg om hem in dienst te nemen als soldaat. Een ander briefje, dat door de moeder van Kaspar geschreven zou zijn, vermeldde zijn naam en geboortedatum (30 april 1812) en de verklaring dat Kaspars vader een overleden cavalerie-officier was.

Hij werd naar een politiebureau genomen waar hij tot ieders verbazing zijn naam kon schrijven: Kaspar Hauser. Buiten enkele woordflarden kon hij niet spreken. Aanmoedigingen daartoe leidden tot tranen en 'weet niet'. Zijn vreemde voorkomen en gedrag waren van iemand die heel zijn leven in een kelder had doorgebracht en nooit zijn bewaker had gezien. Het enige dat hij toeliet was water en brood, en hij treurde om een houten paard dat zijn enige metgezel was geweest.

De volgende twee maanden bracht hij door in een gevangenis voor landlopers, Vestner Thor, waar hij goed verzorgd werd door het gezin van de bewaker. Daarna woonde hij bij verschillende weldoeners in en kreeg er sporadisch onderwijs. Hij werd een bezienswaardigheid en werd officieel door de stad geadopteerd.

Zijn mentale toestand wekte de interesse van juristen, theologen en pedagogen die talrijke onderzoeken op hem uitvoerden en hem leerden spreken. Lezen en schrijven leerde hij bij de godsdienstfilosoof Georg Friedrich Daumer. In het begin stond hij dan ook onder diens hoede. Kaspar mocht dan wel zestien jaar zijn, maar had een ontwikkelingsleeftijd van niet meer dan zes jaar. Toch had hij een uitstekend geheugen wat volgens de burgemeester erop wees dat hij van goede afkomst was. Kaspar Hauser leed ook in periodes aan epilepsie en catalepsie. Door de goede zorgen van Daumer, die onder meer homeopathische behandelingen inhielden en de aanmoedigingen om een dagboek bij te houden, fleurde hij op en bleek uiteindelijk toch in staat zijn verhaal te vertellen.

Een groot deel van zijn jeugd had hij naar eigen zeggen geleefd in een donkere cel van zes tot zeven voet (180-230 cm) en vier voet (120 cm) breed, met een bed uit stro en een houten schommelpaard. Hij kreeg enkel water en brood, en werd soms verdoofd zodat iemand zijn kleren kon wisselen en zijn haar kon knippen. "Er waren twee minuscule ramen van acht tot negen duim (20 cm) hoog en breed. Er was niets in de gevangenis, behalve het stro waar ik op lag en zat, en de twee houten speelgoedpaarden, de speelgoedhond en de wollen deken. In de aarde naast mij was een rond gat waarin ik mijn behoeften deed. Verder was er nog de waterkruik, iets anders was er niet."

De eerste mens die hij had gezien, had hem de zin geleerd 'ik wil een ruiter worden zoals mijn vader', en had hem ook geleerd zijn naam, Kaspar Hauser, te schrijven. De man had zich steeds onherkenbaar gemaakt voor Kaspar. Uiteindelijk nam deze man hem naar buiten, waar Kaspar flauw viel. Het volgende moment dat hij zich herinnerde was zijn wandeling in Nürnberg.

De merkwaardige jongen trok veel belangstelling. Sommigen zagen hem aan als een idioot, een wilde of een dolleman, zelfs een bedrieger. Anderen beweerden dat hij het tragisch slachtoffer was geweest van een hofintrige. Kaspar was zeer klein, had blauwe ogen en krullend lichtbruin haar.

Op 17 oktober 1829 overleefde Kaspar nauwelijks de eerste moordaanslag op hem. De speculaties over zijn koninklijke afkomst barstten nu goed los. Hauser werd onder politiebewaking naar Baron von Tucher gebracht, die hem een betrekking bezorgde als klerk bij het lokale justitiehuis.

Een Brit van adel, Lord Stanhope, probeerde vanaf die tijd Hauser voor zich te winnen, en zijn voogdij te verwerven. Hij beweerde ook dat Hauser niet van adellijke afkomst maar Hongaars was.

Op 14 december 1833 werd Kaspar Hauser naar de schlossgarten (slottuin) van Ansbach gelokt waar hij werd neergestoken. Hij geraakte nog thuis maar overleed drie dagen later aan de verwondingen. De moordenaar liet enkel een mysterieuze enveloppe achter, waarin hij zichzelf als 'MLO' voorstelde. Later verklaarden Stanhope en Meyer dat de doodsoorzaak zelfmoord was geweest. In Ansbach, waar Kaspar Hauser vermoord werd, kwam later een monument waarop staat 'Hic occultus occulto occisus est', vrij vertaald 'Hier werd een onbekende door een onbekende gedood'.

Tekst: Wikipedia - lees verder te hier



Geen opmerkingen: