I
er voeren schepen
door mijn jongensdromen
van eiland naar eiland
waar ik dan postzegels van verzamelde
van paradijsvogels
tot interneringskampen
& al ziek werd
op de pont
II
een boot
is een eiland
van verveling
van huid & botten
moeder klaagde
er al over
maar het is zondagochtend
& het schip
laten we beter
aan de bemanning
III
in deze stad fietste mijn vader
langs het oranjehotel - de begraafplaats
waar de deftige theeplanters lagen
onder sierlijk marmer & kogels
die je om de oren vlogen
maar ik
volg een ander spoor
want helden
bestaan niet
het is allemaal angst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten