maandag 31 maart 2014

schatgraven in eigen boekenkamer

Toen ik van de week een stapel met boeken over onze vaderlandse spoorwegen, die ik verzamel in verband met het feit dat mijn betovergrootvader en nog enkele familieleden jarenlang aan de rails werkzaam zijn geweest, aan het doornemen was, stuitte ik opeens op een boekje waarvan ik wist dat ik het had, maar die ik al jaren kwijt was. Het betreft het flinter dunne boekje Een laatste groet van Uus. Uitgegeven na het overlijden van Gretchen Koning (1917-1945) (zie mijn blog Kort Dag - voor de biografische gegevens)



zondag 30 maart 2014

tussen de graven


 
In Maatstaf januari 1975 staan een achttal foto's waarop Philip Mechanicus poseert naast evenveel graven. In de begeleidende tekst van Max de Rooy leren we dat Mechanicus geregeld wereldkundig maakte in 1992 uit het leven te zullen stappen.
 
Zeven jaar eerder dan het aangekondigde verscheiden van Rudy Kousbroek. Maar dat geheel terzijde .
 
Beide heren zouden uiteindelijk op hun voornemen terugkomen.
 
Droger kunnen we het niet maken.



woensdag 26 maart 2014

Frans van Raemdonck (1897-1917)

 
De jonge dichter Frans van Raemdonck aan de oever van de schelde (1914)
 
 
De Schelde, de schone
de vrije vloed,
die vrij, door een land van
verknechting moet .

De wilgen zingen
hun somberheid.
De poppels schreien
en huilen van spijt.

De baren hijgen
al kreunend voort
en spatten hun wee
op den dijkenboord.

De Schelde voert ze
door Vlaanderen mee
naar de schuimende schoot
van de zingende zee.

En ginds aan de zee
daar melden ze wis
hoe droef-onuitstaanbaar
't in Vlaanderen is.

(1914)


een keuze uit de maartnotities (2)

schaakpoëzie (de russische variant)

k

g8
-
g7



***

de wind
 
ben ik zelf  

***

klassieke muziek is niet zo zeer voor oude mensen
maar eerder voor tot rust gekomen kinderen

***

natuurlijk

ken ik het gedicht
van waskowsky

maar uw werk
doet mij toch
& voornamelijk

aan de sulfide
variant denken

***

14:18

er wordt hier
niet gevallen

***

verdeel uw infanterist
in drie gelijke stukken

of zet een joker in

***

er komt geen vliegtuig over
of hoor – een bandoneon

***

niet alles is vergaderbaar zei vader
& sloeg de vouwen uit ons gelaat

zodat de bijbel om onze oren
het ruisen in het kwadraat

op zondag lag de hoorn ernaast

***
 
het zou een strenge winter worden
 
tot drie keer toe bouwde mijn zus
een sneeuwpop om me heen
 
sindsdien kan hij goed alleen zijn
zei moeder - op verjaardagen
vroeg men niet meer

Charles Gaupp (1921-1943)

 
Zelfportret, 1941

Karel Albert Gaupp werd op 14 januari 1921 geboren in het Duitse Hall. In de jaren dertig vluchtte hij zoals veel anderen naar Nederland in verband met het nazi-regime. In 1938 ging hij naar de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, alwaar hij onder andere les kreeg van Paul Citroen.

Tijdens zijn studietijd  experimenteerde hij met veel verschillende schilderstijlen, van kubistisch tot surrealistisch alsook met geestverruimende middelen, waardoor zijn werk steeds surrealistischer en dreigendere vormen aannam.

In 1943 kreeg Gaupp als Duits staatsburger een oproep om in Duitse militaire dienst te gaan. Hij zag geen uitweg en beroofde zich op 20 februari 1943 van het leven. Slechts 22 jaar oud.

bron : Rebel mijn hart - kunstenaars 1940-1945

dinsdag 25 maart 2014

Het is altijd kort dag, maar wel oogsten (3) : Niek Verhaagen

 

Met deze aankoop eindelijk alle bundels (zo ver ik weet zijn het er namelijk zes) van Niek Verhaagen (1915-1948) in mijn bezit gekregen & nu dus nog een gesigneerd exemplaar ook. Tevens met mooie illustraties van C A B Bantzinger



Het is altijd kort dag, maar wel oogsten (2) : Frans van Raemdonck


Te saam vereend - De ideale broederliefde der gebroeders van Raemdonck door P van der Schelden - uitgave van de V.z.w. Bedevaart naar de graven van den IJzer - augustus 1957

 
 

Het is altijd kort dag, maar wel oogsten (1) : Gerard Goudriaan


Binnen handbereik ligt hier een lijstje met de namen van jonggestorven Nederlandstalige dichters uit de 20e eeuw – die ik een paar keer per jaar invoer op sites als boekwinkeltjes en marktplaats om telkens toch weer iets boven te zien drijven. Ditmaal zowaar een zestal betaalbare titels. In de komende dagen zullen ze in de bus vallen en ik zal ze hier dan ook één voor één voorbij laten komen. De één wat meer secundair dan de ander maar zeker de moeite waard. Voor mij dan in ieder geval


Uitgeverij De Nieuwe Vaart, Leiden 2003 - 272 blz.
 
Gerard Goudriaan (1919-1949)

Na een verkeersongeval op 31 mei 1949 te Leiden kwam hij als enige van de zes inzittenden te overlijden. In de jaren daarvoor had hij reeds een reputatie opgebouwd, als student, als dandy en in beperkte kring als dichter.
 
Op mijn blog Kort Dag staat al heel lang een bio over Goudriaan op stapel - binnenkort maar eens afronden.(plan 395)

maandag 24 maart 2014

met dank aan de kringloop (2)

Uit het werk van Aart van Dobbenburgh met een kunst-critische inleiding van W Jos de Gruyter en een sociaal-ethische beschouwing door Dr W Banning. Met 33 reproducties naar Lithografieën. Uitgeverij De Driehoek 's Gravenland MCMXLI (1941)

Ten voorbeeld :


Met dank aan de kringloop (1)


Sowieso al moeilijk om een zo fraai vormgegeven boekje te laten liggen, maar toch vooral tot koop overgegaan in verband met de twee onderstaande bladzijden. Een in memoriam voor een jonggestorven dichter.


Johannes Gerardus Bruning wordt als tweede zoon van Gerardus Wilhelmus Bruning en Henriëtte Diedarica Tusschenbroek geboren te Amsterdam op 18 februari 1898. Op 5 oktober 1901 verhuist het gezin, dat inmiddels met drie dochters is uitgebreid, naar Nijmegen, waar moeder volgens het bevolkingsregister pensionhoudster is.

Gerard Bruning is eerst werkzaam op een handelskantoor te Nijmegen, voordat hij overstapt naar de redactie van het dagblad De Gelderlander. Hier moet hij aanvankelijk onder andere rechtbankverslagen schrijven, wat hem overigens totaal niet boeit. Na lang aandringen mag hij van de hoofdredacteur literaire stukken schrijven. Als recensent haalt hij fel uit naar de boeken van Dirk Coster, Top Naeff, J. van Schagen en A. Roland Holst en hij hekelt de vervlakking, vergroving en verdoffing van zijn tijd. Verder schrijft hij in het dagblad De Morgen literaire kritieken, onder het pseudoniem Jos van Hoog, waarin hij meedogenloos te velde trekt tegen alles wat hem in het artistieke leven van katholieken en niet-katholieken onwaarachtig voorkomt. Er spreekt een 'verontrust geweten' uit, tevens de titel die zijn broer Henri Bruning (1900-1983) mee zou geven aan het nagelaten werk, uitgegeven in 1961.

Eind 1921 komt Bruning te Helmond in contact met jonkheer Pieter van de Meer de Walcheren, redacteur van het weekblad De Nieuwe Eeuw, het zogenaamde "rooie blad van Helmond". Die vraagt hem bijdragen te leveren aan de rubriek 'Kunst en Letteren'. Ook aan de tijdschriften Roeping en Katholieke Staatkunde verleent Bruning zijn medewerking.

In maart 1924 verschijnt het eerste nummer van dit tijdschrift, 'De Valbijl', een maandschrift der Katholieke Jongeren'. Behalve door Gerard en Henri Bruning wordt eraan meegewerkt door Frans Schaepman, Jan Seerder, Rob de Wilt en Gerard Wijdeveld. Na drie nummers houdt het blad op te bestaan.

In mei 1926 onderneemt de inmiddels aan tongkanker lijdende Bruning met Hans Klomp een reis naar het pelgrimsoord van La Salette. Door de behandeling van deze vorm van kanker - Bruning moet regelmatig naar Rotterdam waar hij radiuminjecties in tong en keel krijgt - is hij vaak wekenlang doodziek. Twee maanden voor zijn dood schrijft hij aan Pieter van der Meer de Walcheren: '...Mijn wil verzet zich tegen deze nieuwe ontbering; het heeft een spoor getrokken, dat ik niet meer zal kwijt geraken. Wat is de betekenis van dit alles?"

Op 8 oktober 1926 sterft Gerard Bruning omstreeks 14.00 uur, thuis. De requiemmis vindt plaats in de kerk va O.L. Vrouwe Geboorte aan het Mariaplein op dinsdag 12 oktober. Tal van bekende literatoren zijn bij zijn begrafenis aanwezig, waaronder Gerard Knuvelder, Jan Engelman, Albert Helman en Anton van Duinkerken.

Brunnings geschriften werden in nagelaten werk (1927) gebundeld en uitgegeven door zijn broer Henri, met medewerking van Marsman. In 1961 verscheen het eerder genoemde "Verontrust geweten", een nieuwe keuze uit zijn werk, met een door Henri Bruning geschreven verantwoording.

donderdag 13 maart 2014

genealogische sprokkelingen

 
 
Vond dankzij het onmetelijke krantenarchief van het KB onderstaand bericht over mijn grootoudvader (vader - grootvader - overgrootvader - betovergrootvader - oudvader - grootoudvader)

"Te Amsterdam is in ouderdom van 82 jaar, overleden Jacobus Cornelis Teyken. Vóór 82 jaar, den 12den januari 1807, bij het springen van het kruitschip te Leiden, bij welke ramp een groot aantal personen het leven lieten en velen van haven en goed werden beroofd, werd door hen, die ter redding kwamen aangesneld, onder de puinhopen gehaald de zuigeling Jacobus Cornelis Teyken, liggende in zijne wieg. Het kind was geheel ongedeerd."

Bron : Leidsch dagblad 22.03.1889

Toch een raar idee dat mijn leven 207 jaar geleden aan een zijden draadje heeft gehangen.

maandag 10 maart 2014

een keuze uit de maartnotities (1)


ik weet niet
hoe lang dit al speelt

maar u mag de dood
wat mij betreft

best iets zachter zetten


**

21 januari 1974

op de dag
dat jan arends
uit het raam sprong

viel of vloog

zette ik de deur
van vaders volière open


**

chet baker

tegenover het station

stonden
meerdere hotels

maar het uitzicht


**

arbeidsbureau

in bergen belsen
werkten ze ook

met mensen


**

ik schud
nog één keer

de lakens op

& verdeel
haar boekenkast

in kavels

maandag 3 maart 2014

& een foto uit Java

Aangezien alles wat ook maar enigszins betrekking heeft op mijn familiegeschiedenis mij grenzeloos weet te fascineren, sta ik er elke keer weer verbaasd over wanneer ik op een markt of in een tweedehandswinkel oude familiefoto's of portretten tegenkom. Hoewel ik ze doorgaans wel laat liggen, moet ik ze toch altijd even van dichterbij bekijken, want je weet het immers maar nooit. Vandaag tijdens een bezoek aan de kringloop enkele dorpen verderop, toch maar eens een uitzondering gemaakt.




Al was het alleen maar om me eens te verdiepen in boekhandelaar buning, die blijkbaar ook als fotograaf dienst deed, hoewel identificatie van het onderscheiden heerschap op de foto natuurlijk ook niet verkeerd zou zijn. (wordt vervolgd)