maandag 8 september 2008

Het gesticht Wigman

hopeloos loop ik achter op de realiteit van steeds groter wordende boekenstapels in de woonkamer - nieuwe aanwinsten - wat ik eindelijk eens lezen moet. Met een nog onzekere frequentie zal ik in de toekomst enkele van deze aanwinsten alhier de revue laten passeren. Vandaag de eerste :



namens de voorflap:

Vanaf oktober 2005 verbleef Menno Wigman drie maanden lang als 'writer in residence' in een leegstaand paviljoen op het terrein van de Willem Arntsz Hoeve. Hij wilde er een dichtbundel afronden, ging op zoek naar de poëzie van de bewoners van de kliniek en hoopte bovendien sporen aan te treffen van de beroemdste patiënt van Den Dolder : Gerrit Achterberg.

Wat hebben poëzie en psychiatrie met elkaar te maken? Wat is creativiteit, wat is waanzin? en is het waar dat waanzin sommige dichters vleugels geeft? In dit hoogstpersoonlijke logboek buigt Wigman zich over de dunne grens tussen gekte en genialiteit en beschrijft hij vol ironie en mededogen het dagelijks leven in de kliniek.

gezamenlijk:

Het gesticht is niet alleen een fascinerende afdaling in het leed dat waanzin heet, maar ook het prozadebuut van een van mijn favoriete dichters van dit moment.

et moi:

Nauwelijks begonnen, wil ik reeds starten met de herlezing. Zowel zijn stijl, de zalige anekdotes en wetenswaardigheden (die gelukkig zeer uiteenlopend zijn) als de gebruikte foto's werken verslavend. Op elke pagina doemt de wens op een op zichzelf staande studie aan te vangen - naar de laatste woorden van Whitman, de kreeft van Nerval etc.

ik trek me even terug - tot later - van kaft tot kaft

Geen opmerkingen: