Johannes Cornelis Arends werd op 13 februari 1925 te 's Gravenhage geboren als onwettig kind van Gerardina Elizabeth Arends, die in 1927 in het huwelijk trad met Frans Barends Arensen. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren. Toen Jan dertien was viel het gezin uit elkaar, doordat zijn moeder, die aan een ernstige vorm van reuma leed, niet langer in staat was de kinderen te verzorgen. Jan werd naar het katholieke jongensinternaat de Kruiswaarders van St Jan te Rijswijk gestuurd. Hij bleef er tot zijn achttiende jaar, waarna zijn moeilijk te reconstrueren grillige, eenzame tocht door de wereld begon. Arends zwierf van adres naar adres in binnen en buitenland, oefende een groot aantal beroepen uit, met als meest kenmerkende huisknecht en copywriter en verbleef een aantal jaren in psychiatrische inrichtingen.
Arends werd in 1972 op slag beroemd door de verhalenbundel Keefman, een onbarmhartige beschrijving van het leven van een man die voortdurend botst met de buitenwereld en behandelende psychiaters. In zekere zin was dit een beschrijving van zijn eigen leven; zeker zeven jaren bracht hij door in klinieken om zich er te laten behandelen voor zijn alcoholverslaving en voor zijn onrustige geest.
Die onrustige geest openbaarde zich vaak in querulantengedrag. Arends voelde zich door collega-schrijvers niet serieus genomen en liet dat op hoge toon merken. Ooit liet hij zich ontvallen dat hij eigenlijk recht had op de Nobelprijs. Zijn opstelling maakte hem tot een markante figuur in de literaire wereld. Dit imago werd nog eens versterkt door de openhartige wijze waarop hij verslag deed van zijn belevenissen als huisknecht voor welgestelde dames (door Arends als 'wijven' aangeduid). Hij putte er seksuele voldoening uit om door deze 'wijven' te worden gecommandeerd. Wanneer zijn werkgeefster na verloop van tijd medelijden voor Arends ging opvatten, nam hij ontslag.
Arends debuteerde in 1955 in het blad Maatstaf met het verhaal Lente/Herfst, tien jaar later gevolgd door Gedichten, welke bundel werd samengesteld voor Remco Campert. In 1975 verscheen zijn verhalenbundel Ik had een strohoed en een wandelstok.
Op de dag dat zijn nieuwe bundel Lunchpauzegedichten verscheen, maakte hij een dodelijke sprong uit het raam van zijn Amsterdamse flat.
Voor zijn kleine oeuvre zou hij in 1973 de Multatuliprijs krijgen. Toen Arends het raam uitsprong was het juryrapport nog niet gereed. Aangezien het doel van de prijs was 'het stimuleren van de scheppende kunst' , zag men af van een postume uitreiking.
In 1997 maakte Jelle Nesna een docudrama van 50 minuten over het leven en werk van Arends, waarbij hij delen van zijn leven liet vertolken door acteurs. De rol van Arends werd hierin gestalte gegeven door Jeroen Willems. De film werd uitgezonden door de NPS en VPRO in het kader van Het uur van de wolf.
In 2003 verscheen de biografie Angst voor de winter van Nico Keuning.
Bibliografie:
1955 - Lente/Herfst (verhaal, maatstafdeeltje; 14)
1965 - Gedichten (poëzie)
1972 - Keefman (verhalen)
1974 - Lunchpauzegedichten (poëzie)
1974 - Ik had een strohoed en een wandelstok (verhalen)
1975 - Nagelaten gedichten (poëzie, postuum)
1984 - Verzameld werk (verhalen, poëzie, postuum. Bevat ook alle verspreide en ongepubliceerde gedichten.)
bronnen : Angst voor de Winter van Nico Keuning & de engelenbewaarder (nr.15 - 1979)
Die onrustige geest openbaarde zich vaak in querulantengedrag. Arends voelde zich door collega-schrijvers niet serieus genomen en liet dat op hoge toon merken. Ooit liet hij zich ontvallen dat hij eigenlijk recht had op de Nobelprijs. Zijn opstelling maakte hem tot een markante figuur in de literaire wereld. Dit imago werd nog eens versterkt door de openhartige wijze waarop hij verslag deed van zijn belevenissen als huisknecht voor welgestelde dames (door Arends als 'wijven' aangeduid). Hij putte er seksuele voldoening uit om door deze 'wijven' te worden gecommandeerd. Wanneer zijn werkgeefster na verloop van tijd medelijden voor Arends ging opvatten, nam hij ontslag.
Arends debuteerde in 1955 in het blad Maatstaf met het verhaal Lente/Herfst, tien jaar later gevolgd door Gedichten, welke bundel werd samengesteld voor Remco Campert. In 1975 verscheen zijn verhalenbundel Ik had een strohoed en een wandelstok.
Op de dag dat zijn nieuwe bundel Lunchpauzegedichten verscheen, maakte hij een dodelijke sprong uit het raam van zijn Amsterdamse flat.
Voor zijn kleine oeuvre zou hij in 1973 de Multatuliprijs krijgen. Toen Arends het raam uitsprong was het juryrapport nog niet gereed. Aangezien het doel van de prijs was 'het stimuleren van de scheppende kunst' , zag men af van een postume uitreiking.
In 1997 maakte Jelle Nesna een docudrama van 50 minuten over het leven en werk van Arends, waarbij hij delen van zijn leven liet vertolken door acteurs. De rol van Arends werd hierin gestalte gegeven door Jeroen Willems. De film werd uitgezonden door de NPS en VPRO in het kader van Het uur van de wolf.
In 2003 verscheen de biografie Angst voor de winter van Nico Keuning.
Bibliografie:
1955 - Lente/Herfst (verhaal, maatstafdeeltje; 14)
1965 - Gedichten (poëzie)
1972 - Keefman (verhalen)
1974 - Lunchpauzegedichten (poëzie)
1974 - Ik had een strohoed en een wandelstok (verhalen)
1975 - Nagelaten gedichten (poëzie, postuum)
1984 - Verzameld werk (verhalen, poëzie, postuum. Bevat ook alle verspreide en ongepubliceerde gedichten.)
bronnen : Angst voor de Winter van Nico Keuning & de engelenbewaarder (nr.15 - 1979)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten