Charles Pierre Baudelaire (Parijs, 9 april 1821 – aldaar, 31 augustus 1867) was een Frans dichter en kunstcriticus. Zijn bekendste dichtbundel is Les Fleurs du mal
Toen Charles zes jaar was, overleed zijn vader. Zijn moeder hertrouwde met een bataljonscommandant, generaal Aupick. Al snel groeide tussen beiden een groot gevoel van wederzijds onbegrip. In 1836 werd hij ingeschreven in het Collège Louis-Legrand in Parijs waar hij in 1839, om een kleinigheid tijdens de filosofieles, van het lyceum werd gestuurd. Hij ging vervolgens het leven leiden van een bohemien, had talrijke vriendinnen en stak zich diep in de schulden
In 1841 legde generaal Aupick hem een bootreis naar Indië op. Charles brak zijn reis echter halverwege af, en vanuit Mauritius keerde hij met een andere boot terug. Gedichten als A une Dame créole, L'albatros en Parfum exotique zijn op deze reis geïnspireerd.
In 1842 eiste hij het vruchtgebruik van zijn fortuin op; de helft hiervan joeg hij er in twee jaar doorheen. Hij ontmoette de mulattin Jeanne Duval die hem onder andere inspireerde voor Le serpent qui danse en Parfum Exotique.
Hij vond werk als journalist-satiricus en kunstcriticus en begon in 1843 aan het schrijven van Les fleurs du mal, zijn bekendste dichtbundel. In 1847 publiceerde hij de novelle La Fanfarlo. Daaruit blijkt al zijn minachting voor zijn omgeving, zijn zelfhaat én zijn oververfijnde geest.
In zijn verslagen van de Salons van 1845 en 1846 schreef hij: "Wie Romantiek zegt, zegt moderne kunst, dat wil zeggen: innerlijk, spiritualiteit, kleur, een streven naar het oneindige met alle middelen die de kunst biedt."
Baudelaire was atheïst. Tijdens de revolutie van 1848 stond hij op de barricaden. Hij was er echter vooral op uit zijn stiefvader neer te schieten. Teleurgesteld in de uitloop van de revolutie trok Charles weg uit Parijs en trachtte hij de kost te verdienen bij regionale dagbladen. Poe was net door zwaar drankmisbruik om het leven gekomen en Charles zag het als zijn taak om elk verhaal van de grote Amerikaanse schrijver in het Frans te vertalen en vestigde daarmee, zowel in Europa als Amerika definitief Poes status. Daarin vond Baudelaire de esthetica van de pure poëzie: het gaat niet om l'art pour l'art (de kunst om de kunst) maar om schoonheid, die via de fantasie wordt waargenomen. Baudelaire wordt beschouwd als de voorloper van het decadentisme.
Onder invloed van De Maistre en Poe ging zijn revolutionair romantisch vuur over in een zeker conservatisme. Hij vertaalde onder andere Poes Fantastische vertellingen en ook diens Poetic Principle.
In 1857 verscheen de eerste uitgave van Les Fleurs du mal. Er brak een vruchtbare periode aan, maar ook een periode vol bitterheid en wanhoop.
In 1864 vestigde hij zich in Brussel, waar hij zijn verzameld werk hoopte te kunnen laten uitgeven. Toen dat niet lukte, schreef hij in zijn verbittering het pamflet Pauvre Belgique!
In 1869 verscheen de bundel Le spleen de Paris waarin vijftig prozagedichten staan afgedrukt.
Tegen het eind van zijn leven leed hij aan stoornissen van het centrale zenuwstelsel, die zich uitten in afasie en verlammingsverschijselen. Baudelaire stierf in 1867 te Parijs.
(wikipedia)
de werken van Baudelaire treft men onder andere hier
Toen Charles zes jaar was, overleed zijn vader. Zijn moeder hertrouwde met een bataljonscommandant, generaal Aupick. Al snel groeide tussen beiden een groot gevoel van wederzijds onbegrip. In 1836 werd hij ingeschreven in het Collège Louis-Legrand in Parijs waar hij in 1839, om een kleinigheid tijdens de filosofieles, van het lyceum werd gestuurd. Hij ging vervolgens het leven leiden van een bohemien, had talrijke vriendinnen en stak zich diep in de schulden
In 1841 legde generaal Aupick hem een bootreis naar Indië op. Charles brak zijn reis echter halverwege af, en vanuit Mauritius keerde hij met een andere boot terug. Gedichten als A une Dame créole, L'albatros en Parfum exotique zijn op deze reis geïnspireerd.
In 1842 eiste hij het vruchtgebruik van zijn fortuin op; de helft hiervan joeg hij er in twee jaar doorheen. Hij ontmoette de mulattin Jeanne Duval die hem onder andere inspireerde voor Le serpent qui danse en Parfum Exotique.
Hij vond werk als journalist-satiricus en kunstcriticus en begon in 1843 aan het schrijven van Les fleurs du mal, zijn bekendste dichtbundel. In 1847 publiceerde hij de novelle La Fanfarlo. Daaruit blijkt al zijn minachting voor zijn omgeving, zijn zelfhaat én zijn oververfijnde geest.
In zijn verslagen van de Salons van 1845 en 1846 schreef hij: "Wie Romantiek zegt, zegt moderne kunst, dat wil zeggen: innerlijk, spiritualiteit, kleur, een streven naar het oneindige met alle middelen die de kunst biedt."
Baudelaire was atheïst. Tijdens de revolutie van 1848 stond hij op de barricaden. Hij was er echter vooral op uit zijn stiefvader neer te schieten. Teleurgesteld in de uitloop van de revolutie trok Charles weg uit Parijs en trachtte hij de kost te verdienen bij regionale dagbladen. Poe was net door zwaar drankmisbruik om het leven gekomen en Charles zag het als zijn taak om elk verhaal van de grote Amerikaanse schrijver in het Frans te vertalen en vestigde daarmee, zowel in Europa als Amerika definitief Poes status. Daarin vond Baudelaire de esthetica van de pure poëzie: het gaat niet om l'art pour l'art (de kunst om de kunst) maar om schoonheid, die via de fantasie wordt waargenomen. Baudelaire wordt beschouwd als de voorloper van het decadentisme.
Onder invloed van De Maistre en Poe ging zijn revolutionair romantisch vuur over in een zeker conservatisme. Hij vertaalde onder andere Poes Fantastische vertellingen en ook diens Poetic Principle.
In 1857 verscheen de eerste uitgave van Les Fleurs du mal. Er brak een vruchtbare periode aan, maar ook een periode vol bitterheid en wanhoop.
In 1864 vestigde hij zich in Brussel, waar hij zijn verzameld werk hoopte te kunnen laten uitgeven. Toen dat niet lukte, schreef hij in zijn verbittering het pamflet Pauvre Belgique!
In 1869 verscheen de bundel Le spleen de Paris waarin vijftig prozagedichten staan afgedrukt.
Tegen het eind van zijn leven leed hij aan stoornissen van het centrale zenuwstelsel, die zich uitten in afasie en verlammingsverschijselen. Baudelaire stierf in 1867 te Parijs.
(wikipedia)
de werken van Baudelaire treft men onder andere hier
Geen opmerkingen:
Een reactie posten