dinsdag 29 maart 2011
29 maart 1972 (3)
Bevilacqua, Antonio Italie , 22 oktober 1918 te Sant' Angelo di Sante Maria de Sala -29 maart 1972.
Prof: 1940 - 1955. Onderwijzer van huis uit onderscheidde hij zich als achtervolger (twee wereldtitels) maar evenzeer als wegrenner (eerste in Parijs -Roubaix). In 1951 realiseerde hij over de vijf kilometer achtervolging de beste wereldtijd van 6.05.06. Een jaar eerder versloeg hij in de WK Finale in Rocourt Wim van Est. Hij overleed op 29 maart 1972 aan de gevolgen van een val tijdens een fietstocht.
Palmares:
1940 Valt uit in de Giro
1942 2e Milaan-San Remo
1943 1e NK achtervolging
1946 17e Giro dÍtalia (2 etappeoverwinningen)
1947 2e WK Achtervolging, Valt uit in de Giro (1 etappeoverwinning)
1948 3e WK Achtervolging, 33e Tour de France, Valt uit in Giro (1 etappeoverwinning)
1949 1e NK Achtervolging, 40e Giro d'Italia (1 etappeoverwinning), 2e Tropheo Baracchi
1950 1e NK op de weg, NK Achtervolging, WK Achtervoging. Tropheo Baracchi (met Forenzo Magni), Milaan -Vicenza, 29e Giro dÍtalia (1 etappeoverwinning), 2e Ronde van Lombardije,
1951 1e NK & WK Achtervolging, Parijs - Roubaix, Ronde van Veneto, 3e WK op de weg, 26e Giro d'Italia (2 etappeoverwinningen)
1952 1e Milaan -Vignola, 2e WK Achtervolging, 69e Giro d'Italia (2 etappeoverwinningen)
1953 1e Coppa Bernocchi, 3e WK Achtervolging,
Hoewel ik zelf dan wel nooit geen wedstrijden heb gereden, heb ik toch menig uurtje op de racefiets doorgebracht. Meerdere overeenkomsten lijken vooralsnog niet te traceren, maar vrede lijk ik er wel mee te hebben. Men denkt wel eens wat. Verder onderzoek volgt.
& ja in principe had hier best een fotootje bij gemogen maar op een of andere vage wijze trekt de berichtenbouwer dat niet - lazert alle woorden op een hoop en wenst me nog een prettige dag verder
29 maart 1972 (2)
zaterdag 26 maart 2011
vrijdag 25 maart 2011
vandaag in sepia - 25 maart 1801
(Oberwiederstedt, 2 mei 1772 - Weißenfels, 25 maart 1801)
Novalis was de tweede van elf kinderen. In 1794 beëindigde hij zijn Rechtenstudie in Jena, Leipzig en Wittenberg met glans. In maart 1795 verloofde hij zich - zonder dat zijn ouders ervan wisten - met de twaalfjarige Sophie von Kühn. Na haar dood in 1797 ging hij in Freiberg weer studeren, onder andere chemie en wiskunde. Ook op zijn tweede verloving, in 1798 met Julie von Charpentier, volgde geen huwelijk. Na een maandenlange ziekte overleed hij in 1801 vroegtijdig. Hierdoor werd hij een legendarische figuur .
In zijn werk komen een aantal typisch romantische motieven terug: "Sehnsucht", melancholie, doodsverlangen, ... Ook het motief van de nacht speelde een grote rol in zijn poëzie (Hymnen an die Nacht, 1800). Het is de nacht die de sleutel biedt om de werkelijkheid te begrijpen en de ogen van de ziel opent. De blauwe bloem, die onder andere in Heinrich von Ofterdingen opduikt, is een motief dat voorgoed met Novalis verbonden blijft en waarin verschillende elementen samenkomen: droom, poëzie, liefde en het verlangen naar oneindigheid.
Novalis' oeuvre is vrij fragmentarisch. Een aantal teksten zijn samengebracht in het in 1798 verschenen Glaube und Liebe (voluit Glaube und Liebe oder der König und die Königin). In 1799 schreef hij in Die Christenheit oder Europa zijn visie op de geschiedenis van de Europese cultuur neer (in de stijl van François René de Chateaubriand). Die begint volgens hem bij de Middeleeuwen en bereikte een dieptepunt met de Franse Revolutie, waarna het weer beter gaat.
Van het eerder al vermelde Hymnen an die Nacht zijn twee versies bekend: de oorspronkelijke met vrije verzen en de versie in ritmisch prosa, zoals ze verschenen is in het tijdschrift "Athenäum" van de gebroeders Schlegel.
Novalis waagde zich ook aan een roman, Heinrich von Ofterdingen, die hij echter door zijn ziekte en zijn vroege dood niet heeft voltooid.
Novalis heeft een grote invloed uitgeoefend op het Europese symbolisme.
(bron : Wikipedia)
---
Hymnen an die Nacht 3
Sprüche. Spruchgedicht von Novalis
Einst da ich bittre Tränen vergoß, da in Schmerz aufgelöst meine Hoffnung zerrann, und ich einsam stand am dürren Hügel, der in engen, dunkeln Raum die Gestalt meines Lebens barg - einsam, wie noch kein Einsamer war, von unsäglicher Angst getrieben- kraftlos, nur ein Gedanken des Elends noch. - Wie ich da nach Hülfe umherschaute, vorwärts nicht konnte und rückwärts nicht, und am fliehenden, verlöschten Leben mit unendlicher Sehnsucht hing: - da kam aus blauen Fernen - von den Höhenmeiner alten Seligkeit ein Dämmerungsschauer - und mit einemMale riß das Band der Geburt - des Lichtes Fessel. Hin flohdie irdische Herrlichkeit und meine Trauer mit ihr - zusammenfloß die Wehmut in eine neue, unergründliche Welt -du Nachtbegeisterung, Schlummer des Himmels kamst über mich- die Gegend hob sich sacht empor; über der Gegend schwebte mein entbundner, neugeborner Geist. Zur Staubwolke wurde der Hügel- durch die Wolke sah ich die verklärten Züge der Geliebten. In ihren Augen ruhte die Ewigkeit - ich faßte ihre Hände, und die Tränen wurden ein funkelndes, unzerreißliches Band. Jahrtausende zogen abwärts in die Ferne, wie Ungewitter. An ihrem Halse weint ich dem neuen Leben entzückende Tränen.- Es war der erste, einzige Traum - und erst seitdem fühl ich ewigen, unwandelbaren Glauben an den Himmel der Nacht und sein Licht, die Geliebte.
dinsdag 22 maart 2011
vandaag in sepia
geschreven portretten (8)
Een laatste briefwisseling :
2e druk 1965 - city light books
maandag 21 maart 2011
geschreven portretten (7)
vandaag een aantal boekjes over B.B.
uitgeverij aspekt 2005 - herinneringen aan de vakanties die Boudewijn Büch in de jaren zestig doorbracht te Ootmarsum
herinneringen van leo van Maris aan B.B. zoals uitgesproken bij de opening van de tentoonstelling De fascinaties van Boudewijn Büch in het letterkundig museum op donderdag 13 april 2006 - uitgegeven door Les editions du Dodo - ex. 29/50
Twee jeugdvrienden & een reis per vespa naar het geboortehuis van Maurice Ravel - ex. 148/325
zondag 20 maart 2011
geschreven portretten (6)
vandaag een aantal van mijn favoriete briefwisselingen :
eerste druk 1962 (correspondentie liep van 1925 tot zijn dood in 1955)
eerste druk 1978
& hiervoor kunt u nog gewoon naar de boekhandel - tenminste daar ga je dan vanuit - 2008
zaterdag 19 maart 2011
geschreven portretten (5)
vrijdag 18 maart 2011
op de leestafel
Hardlopen is een ontroerend portret van een bijzondere man: Emil Zátopek, rond 1950 beter bekend als de snelste mens ter wereld. Een atleet die ondanks zijn vreemde techniek de ene na de andere langeafstandswedstrijd won. Intussen onderging zijn leven binnen en buiten de stadions de invloed van de politiek, dat wil zeggen van de Duitsers, later van de Russen en steeds van de Tsjechen, zijn landgenoten.
Jean Echenoz beschrijft Zátopek in zijn onnavolgbare stijl: subtiel, onnadrukkelijk, licht ironisch, maar vol compassie. Hij speelt ook hier met de spanning tussen het kleine, alledaagse detail en het grote, algemeen bekende verhaal over zijn historische personage. Het resultaat laat zien waarin een groot mens groot is, en waarin hij mens is. (De Geus)
geschreven portretten (4)
donderdag 17 maart 2011
geschreven portretten (3)
vandaag een drietal boeken uit mijn wielerbibliotheek :
Daar ik de blauwe paperback nergens meer lijk te kunnen vinden even deze editie van de plank gehaald - een vierde druk uit 1947 (eerste druk dateerde uit 1938). Hoewel het boek handelt over het rijke wielerleven van Piet Moeskops begint het boek met een pagina grote foto van de auteur.
woensdag 16 maart 2011
geschreven portretten (2)
dinsdag 15 maart 2011
wie het weet mag het zeggen
geschreven portretten (1)
uitgave van de arbeiderspers uit 1996 (het oorspronkelijke Journal of a dissapointed man verscheen in 1919 / 1923)
Bij het ter hand nemen van dit exemplaar verzuchte ik als op de automaat: zo worden ze dus niet meer gemaakt
voor zijn complete werk neemt u gerust eens een kijkje op:
http://www.pseudopodium.org/barbellionblog/
Oorspronkelijk verschenen in 1821 onder de titel : Confessions of an English opium eater.
zie hier voor een vroege uitgave uit 1850
zaterdag 12 maart 2011
dagboeknotities 12 maart 2011 - harderwijk
vrijdag 11 maart 2011
....
zou graag
een grachtenpand bezitten
volgestouwd met memorabilia
zoals de oven van sylvia plath
het jachtgeweer van hemmingway
zelfs
de scheermesjes van rogi wieg
het gaat immers om het idee
woensdag 9 maart 2011
vandaag in sepia
Vooruit dan maar! Dit wordt een pijnlijk en haast onoverkomelijk moment voor mij: het geremde gemoed prijsgeven aan een onnozel stuk lijntjespapier. De gedachten zijn soms zo klaar en helder in mijn hoofd en de gevoelens zo diep, maar opschrijven, dat wil nog niet. In hoofdzaak is het geloof ik het schaamtegevoel. Grote geremdheid, durf de dingen niet prijs te geven, vrij uit me te laten stromen en toch zal dat moeten, wil ik op den duur het leven tot een redelijk en bevredigend eind brengen. Zoals ook bij het geslachtelijk verkeer de laatste bevrijdende schreeuw altijd schuw in de borst blijft steken....
Aangezien het eerste cahier op 8 maart begint met een in het Duits opgestelde brief aan haar minnaar, die ze steevast aanduidde als S., zou men hier over kunnen discussieren, maar dat doen we niet.
dinsdag 8 maart 2011
maandag 7 maart 2011
Schrijvers en hun fiets (2)
Jan Kal - Fietsen op de Mont Ventoux - Peter Loeb uitgever - Amstelveen 1974 (bibliotheca jürgiana)
---
Mont Ventoux
Dichten is fietsen op de Mont Ventoux,
waar Tommy Simpson toen is overleden.
Onder zo tragische omstandigheden
werd hier de wereldkampioen doodmoe.
Op deze col zijn velen losgereden,
eerste categorie, sindsdien tabu.
Het ruikt naar dennegeur, Sunsilk Shampoo,
die je wel nodig hebt, eenmaal beneden.
Alles is onuitsprekelijk vermoeiend;
de Mont Ventoux opfietsen wel heel erg,
waarvoor ook geldt: bezint eer gij begint.
Toch haal ik, ook al is de hitte schroeiend,
de top van deze kaalgeslagen berg:
ijdelheid en het najagen van de wind.
© Jan Kal
Bibliotheca Jürgiana
Daaropvolgend bezoek ik altijd even de boekenkamer.
& vind het wel weer eens tijd voor een herlezing
Schrijvers en hun fiets (1)
zaterdag 5 maart 2011
Allenbystreet – Tel-Aviv
vrijdag 4 maart 2011
lever met uien
wat moet een mens toch met al die associaties - die dagelijks door zijn hoofd schieten
vanmorgen moest ik bij de woorden "als de rook om je hoofd is verdwenen" bijvoorbeeld meteen aan ethel rosenberg denken om vervolgens via de electrische stoel aan te belanden bij larry white die als galgemaal lever met uien had besteld & één sigaret die hij overigens niet op mocht roken
je kunt het ook al geen dagboeknotities noemen aangezien het je nauwelijks intresseerd wat er vandaag gebeurt - we lezen de strips wel & wolkjes tekst
Chatterton
donderdag 3 maart 2011
Famadhina
Zo las ik laatst in Het grote afscheid (hoe de mensheid haar doden vaarwel zegt) van Rufus C Camphausen - uitgeverij Schors Amsterdam 2003 - de volgende passage:
"Bij een stam in Madagascar, de Merina, vindt men het nodig de doden om de paar jaar (5 tot 7) uit hun tombe te halen, met de lijken te dansen en te praten, en hun te laten zien welke vorderingen het dorp heeft gemaakt en wat voor belangrijke veranderingen er hebben plaatsgevonden."
De één zal het luguber vinden, de ander respectvol - ik krijg er in ieder geval beelden bij die een gedicht waardig zouden kunnen zijn.
over beelden gesproken :
woensdag 2 maart 2011
& het vallen der appels (1)
Lang heeft hij dat overiegens niet gedaan & van het boekje inmiddels geen enkel spoor.
Een aantal generaties eerder was er echter een overgrootmoeder (Alida Smit-Vink) die niet enkel gedichten (veelal kinderversjes) schreef, maar deze ook nog eens gepubliceerd kreeg. Oke het ware dan wel publicaties in dorpsblaadjes en obscure bloemlezingen, maar het werd gedrukt, het werd gelezen.
Als ik het dus van iemand heb is het van haar, met mijn vader als beeldend doorgeefluik.
Ik wist dat de gedichten bestonden, ooit had ik ze bij mijn grootouders in handen gehad & met de nodige nieuwsgierigheid doorgebladert. Na het overleden van mijn grootmoeder, raakte de gedichten echter opgeruimd & buiten beeld.
Was dan ook zeer verheugd toen mijn ouders enkele jaren geleden meldde, benadert te zijn door een dame uit het oosten des lands die bij haar moeder op zolder een envelop had gevonden met daarin een stapel gedichten van de eerder genoemde Alida & of wij toevallig familie waren.
De meimaand
De aardbei-bloesem blijft nog wat
verborgen onder 't groene blad,
de pereboom, in bloei gezet,
die lijkt precies een bruidsboeket.
En op het groene grastapijt
daar groeien bloemen, wijd en zijd.
De appelbloesem is nog dicht
het is een feest van kleur en licht.
Het vee de stallen weer ontvlucht
geniet in zuiv're buitenlucht.
En 't kind dat ziek was, weken lang
dat krijgt weer kleurtjes op de wang.
De bijen zoemen, blij en luid,
de roem van 't mooie jaartij uit.
En alle vogeltjes in koor,
die schallen gans de dag maar door
't is Mei !
© Alida Smit-Vink - 1925
mei
nog even
mogen ze
buitenspelen
het slachtvee
in de lentezon
© Jürgen Smit - 2007
---
hieruit voortvloeiend het plan opgevat in de toekomst meerdere korte notities te schrijven over familieverbanden binnen de literatuur en de vraag van wie ze het toch in vredesnaam hadden.