maandag 28 april 2014

een keuze uit de aprilnotities (2)

met droge voeten

achter ons huis
liep een sloot

waarin ooit

een jongetje
verdronken was

ik kende hem niet

***
 
de frans canadese dichter emile nelligan
 
bracht het grootste deel
van zijn leven door
in psychiatrische inrichtingen 
 
alwaar hij de dagen sleet
met het herproduceren van verzen
die hij tot zijn negentiende geschreven had

ivor gurney daarentegen
schreef een duizendtal nieuwe

***
 
laat
geen bladeren vallen

geen vogels verstommen
maar rochel je woorden

dat het een lieve lust

de vaas daarentegen
mag gewoon omver 

***
 
boudewijn büch

schreef ooit
dat hij gek op dieren was

opgezet & het liefst achter glas

ik knik
& noteer iets gewichtigs

in de kantlijn
van mijn kwartierstaat
 
***

over een verre oom ging het verhaal

dat hij
gelegerd in nederlands indië
gedeserteerd zou zijn 

om de volgende dag
weer terug te keren

in nederlands indië
scheen heel vaak de zon

***

again & again & again

de geur
van wierook

maskeer je niet

met één
dode cavia

donderdag 24 april 2014

met dank aan de kringloop

Waar veel kinderen opgroeide met de tekeningen van Hérge, Vandersteen, Uderzo, Goschinny etc. Zijn het in mijn geval toch voornamelijk de prenten van Opland en Behrendt die mij het helderst voor de geest staan.

Zonder dat ik wist wat er nu precies speelde was ik meer geïnteresseerd in het naderende einde van Bobby Sands, de opkomst van Lech Walesa, de mijnwerkersstakingen in Groot-Brittannië, de spanningen tussen Oost & West, dan in de belevenissen van Suske & Wiske of Lucky Luke. Ik zal ze wel gelezen hebben, maar de ruimte om een eigen invulling te kunnen geven, de prikkel tot verder ontdekken werden me veel eerder geboden door de politieke prenten van eerdergenoemde.

Wanneer ik in de kringloop dan ook een in redelijke staat verkerend boekje met politieke prenten tegenkom, zal ik deze niet snel laten liggen.

En ditmaal nog een gesigneerde ook.




woensdag 23 april 2014

met dank aan de kringloop



Geef ons heden ons dagelijksch brood van Jan Gerhard Toonder met prachtige c.q. indrukwekkende illustraties van Henk Kabos - uitgegeven door uitgeverij De Suijckermoolen te Amsterdam gedurende de hongerwinter - inclusief inlegvel met Engelse tekst




dinsdag 22 april 2014

genealogische sprokkelingen : Plugboer

Sinds enkele jaren ben ik bezig met het samenstellen van een uitgebreide kwartierstaat, waarin ik uiteindelijk alle personen wens te verzamelen die één of meerdere voorouders met mij delen. Een onderneming waar waarschijnlijk nooit een einde aan zal komen, maar het kind is bezig en daar valt ook iets voor te zeggen.

Naast het verzamelen van data en dwarsverbanden, zijn het bovenal de achterliggende verhalen en het ondersteunende beeldmateriaal die mij interesseren. Of het nu over een volle neef gaat of over het achterachterkleinkind van de broer van mijn oudvader is eerlijkheidshalve niet zo van belang. Het is allemaal familie.

Zo ook de op 26 mei 1885 te Velsen geboren Jacobus Plugboer. Een neefje van mijn oudvader Jan Plugboer (1836-1917) waarvan ik wist dat hij op 6 april 1924 overleden was op de Noordzee, maar waar ik verder nauwelijks gegevens over bezat, tot ik in het omvangrijke krantenarchief van het KB enkele krantenartikelen aantrof die de toedracht openbaarde, als ook de naam van de boot waarvan zowaar ook nog eens beeldmateriaal bleek te bestaan. Dit soort vondsten maken de vele uren, dagen, weken, jaren die er in zo'n zoektocht gaan zitten meer dan zinvol, maar een aankondiging van een huwelijk in 1886 is natuurlijk ook mooi. Jacobus bleef overigens - volgens onderstaande bron - ongehuwd & ook dat heet bruikbare informatie te zijn.



maandag 21 april 2014

Ivor Gurney




de frans canadese dichter emile nelligan bracht het grootste deel van zijn bestaan door in psychiatrische inrichtingen

alwaar hij zijn dagen sleet met het herproduceren van verzen die hij tot zijn negentiende geschreven had

ivor gurney daarentegen schreef een duizendtal nieuwe
 

zondag 20 april 2014

het idee

een magnum opus eigen stijl

bestaande uit gedichten
notities & andersoortig
fragmentarisch leed
 
over alles wat me
maar bezighoudt

van poëzie tot suicide
van de holocaust tot
folkmuziek uit de appalachen

& ondertussen stug door blijven roken

een deel of vijf
moet voldoende zijn

laat ons voor 2017 alvast
een middag prikken

tot dan

woensdag 16 april 2014

of hoe ik met een onbekende vrouw thuiskwam


Werkzaam op een camping in Toscane begin jaren negentig bezocht ik verschillende malen de plaatselijke begraafplaats, alwaar ik telkens weer getroffen werd door de vele foto's van overledene, die je op bijna elke steen wel gewaar kon worden. Iets wat we in de Noordelijke Nederlanden niet bepaald gewoon waren, & met mijn hele familie nog in leven kon de dood niet veel dichter komen. Niet veel persoonlijker worden.

Afgelopen weekend struinde ik over een rommelmarkt & trof tot mijn verbazing bovenstaand graffotootje aan.

Je hoeft geen familie te zijn om een band te hebben / te voelen. Of is dat andersom.

een keuze uit de aprilnotities (1)

net een van goghie
zei vader

& stak het korenveld in brand

***
 
amsterdam

je leest
geen slauerhoff

op het pontje naar noord

***
 
mijn neefje had een spreekbeurt over argentinië & vroeg
of ik daar misschien een gedicht voor wilde schrijven

het hoefde niet zo lang

-

er komt geen vliegtuig over
of hoor - een bandoneon

***

je bestormt een veld terwijl het leeg is
& in de verte zakt een toren door

zijn hoeven – het is
moeizaam ontwaken

in de mist

***
 
we kunnen natuurlijk
discussiëren over het geslacht
  
& dat het allemaal
niet scherp genoeg
  
maar ik
ben het meisje dat wegdook
  
op familiefoto's
 

***

hij had zich er speciaal
een gothisch handschrift
voor aangeleerd

& padvinder
voor de knopen
 

***

daar sta je dan

met je sapcentrifuge
in een sinaasappelboomgaard
  
surrealistische geluiden producerend
  
terwijl je ook
een kaartje had kunnen schrijven
  
of in ieder geval iets op de achterkant
 
 
***

uit het familiearchief : Verzetsstrijder Freek Diemel

Stuitte gisteren tijdens mijn speurtocht naar de broers en zusters van mijn oudmoeder Joahanna Francina Fritze & hun nakomelingen op het onderstaande verhaal over Freek Diemel, de achterkleinzoon van Anna Margaretha Fritze, de zuster van eerder genoemde Johanna Francina.

Na een mislukte overval op het distributiekantoor in het Zuid-Hollandse dorp Rijpwetering werd Christiaan Frederik Diemel samen met twee andere verzetsstrijders opgepakt door de Duitsers en op 6 juni 1944 in het duingebied bij Overveen gefusilleerd.


Freek Diemel werd op 3 juni 1914 geboren te Mijdrecht. Hij was sinds 3 juni 1931 als radiotelegrafist vrijwillig in dienst bij de Koninklijke Marine in fort IJmuiden. Daar bediende hij de radioverbindingen en kreeg na het uitbreken van de oorlog in mei 1940 de opdracht om zolang mogelijk contact te blijven houden en daarna de installaties te vernietigen. Dit heeft hij kunnen volbrengen en is vervolgens gevlucht voor de Duitsers.
Na de Nederlandse overgave werd hij verzekeringsagent in Leiden, maar wilde actief blijven in het verzet tegen de Duitsers. Hij ondernam allerlei acties om de Bezetter schade toe te brengen. In 1944 wilde hij zich aansluiten bij een klokploeg en werd lid van de AB-verzetsgroep (Adviesbureau of Algemeen Belang) in Den Haag, waarvan Bob Oosthoek (schuilnaam: ‘Van IJselsteyn’) de leider was. Deze verzetgroep richtte zich op alles om de Duitsers te dwarsbomen variërend van het onderbrengen van onderduikers, het vervalsen van documenten, bonkaarten en geld tot het plegen van gewapende overvallen op kantoren, banken en distributiekantoren. Freek Diemel was vooral betrokken bij deze laatste activiteiten, zoals een overval op de bunkerbouwer in Rijswijk waarbij 40.000 gulden werd buitgemaakt. Ook was hij betrokken bij de papierdiefstal bij de Nederlandse Rotogravure-mij in Leiden t.b.v. het illegale blad ‘De stem van strijdend Nederland’.

Op 30 april 1944 stond een nieuwe overval gepland op het distributiekantoor van Rijpwetering, een dorpje vijf km ten noordoosten van Leiden. De overval mislukte, doordat de gegijzelde kantoorhouder het wapen van de overvallers Freek Diemel, Adriaan de Rijke en Hans van Ees afhandig wist te maken en hen het kantoor uit wist te jagen. Diezelfde avond werden zij in Oude Wetering gevangen genomen door de Nederlandse marechaussee, die deze verzetsstrijders uitleverde aan de Sicherheitspolizei. (Peter Heere, Arnold Vernooij, 2005)

Freek Diemel werd begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal, grafvak 23, gedenksteen 6 met daarop de tekst: “God alleen weet, het was voor mijn vaderland en volk wat ik deed”.

Diemelstraat in Leiden
De straten in Leiden ten noorden van de Vijf Meilaan zijn vernoemd naar personen uit het plaatselijke verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hiertoe behoorde ook Christiaan Frederik Maria Diemel (1914-1944). Om die reden vinden we de Diemelstraat terug in Leiden.

Bronnen:
- Peter Heere en Arnold Vernooij, De Eerebegraaf-plaats te Bloemendaal
..(Den Haag 2005)
- Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidskunde van Leiden en omstreken (1946),
. 105-106

- http://www.diemelstamboom.nl/index.html

 

dinsdag 8 april 2014

uit het familiearchief - het droevige lot van Paul Jacques Ricardo (1918-1945) een joodse bloedverwant

Op mijn computer bevind zich een zeer uitgebreide kwartierstaat waarin ik in de afgelopen jaren duizenden personen heb verzameld waarmee ik één of meerdere voorouders deel. Een document dat nooit ten einde komt & ergens werkt dat uitermate geruststellend.

Vandaag verdiep ik me bijvoorbeeld in het korte leven van Paul Jacques Ricardo. Paul was de kleinzoon van Johanna Margaritha Teijken, een oudere zuster van mijn betovergrootvader Nicolaas Jacobus Cornelis Teijken (de grootvader van mijn grootmoeder aan vaderszijde).

Paul Jacques Ricardo (28.11.1918 te Amsterdam – 28.01.1945 te Buchenwald) huwt 1941 te Amsterdam Mary Penning (06.10.1918 te Heemstede – 1994 te Hoorn) dochter van Robert Penning (25.12.1878 te Amsterdam) & Anna Margaretha Hennie Penning (13.04.1889 te Arnhem) Paul Jacques was financieel redacteur bij het Algemeen Handelsblad (maar werd in november 1942 ontslagen in verband met zijn joodse afkomst), gaf hulp aan onderduikers en zorgde onder andere voor de aanlevering van valse persoonsbewijzen – hij werd op 13.05.1944 te Amsterdam opgepakt en via Westerbork & Bergen-Belsen naar Buchenwald gebracht alwaar hij uiteindelijk werd vermoord. Zowel zijn vrouw als zijn dochter (1942) overleefde de oorlog.

Als verzamelaar op het gebied van de poëziegeschiedenis & Judaica kan ik niet achterwege laten te vermelden dat Paul opgroeide in de Palestrinastraat te Amsterdam - op hetzelfde adres waar jaren eerder ene Jacob Israël de Haan zijn domicilie had. (familie & geen einde)

Gedurende mijn speurtocht kwam ik ook allerlei documenten tegen met betrekking tot deze Paul Jacques Ricardo waarvan hieronder een kleine weergave, die overigens een goed doch hardvochtig beeld geven van hoe er indertijd met onze Joodse medemens werd omgesprongen.

 






bron beeldmateriaal: Joods Monument

zaterdag 5 april 2014

met dank aan de kringloop - koloniehuizen in egmond


 
 
 
Vond vandaag wederom een interessant boekwerkje in de kringloop, dat naadloos aansluit op mijn bescheiden familiearchief. Een van de beschreven vakantiekolonies is namelijk Zwartendijk (zie bovenstaande foto) alwaar mijn vader in 1949 door de plaatselijke afdeling van Het Centrale Genootschap naartoe was uitgezonden. Als bewijs onderstaande groepsfoto uit eigen archief.


vrijdag 4 april 2014

je bestormt een veld

je bestormt een veld terwijl het leeg is
& in de verte zakt een toren door

zijn hoeven – het is
moeizaam ontwaken

in de mist

donderdag 3 april 2014

Het is altijd kort dag, maar wel oogsten (5) : Jozef L Nijs (1925-1949) (23)


Dit kleinood van 12 pagina's herbergt een vijftal verzen van de op 2 januari 1949 aan Tuberculose overleden (autodidacte) dichter Jozef Nijs & enkele biografische woorden van diens vriend Marcel Polfliet.

Autodidact aangezien Nijs ( geboren op eerste kerstdag 1925) op zijn negende reeds de lagere school diende te verlaten om vervolgens tot zijn achttiende in sanatoria te verblijven. Zijn honger naar kennis stilde hij op eigen houtje. Zo studeerde hij zelf Nederlands, Engels, Frans & Duits en las hij alles wat los en vast zat over zaken als wetenschap, letterkunde, muziek, geschiedenis & politiek. Tijdens zijn leven werden slechts enkele korte verhalen en gedichten gepubliceerd in bloemlezingen en tijdschriften. Hij zou volgens Polfliet - altijd twijfelend aan eigen kunnen - veel geschreven hebben. Nu enkel nog even uitzoeken waar al die woorden gebleven zijn. Vooralsnog zal ik me met dit vijftal verzen tevreden moeten stellen.


woensdag 2 april 2014

met dank aan de kringloop



Mooie aanvulling op de verzameling boeken die ik al enige tijd aan het aanleggen ben ter ondersteuning van het familiearchief. Naast boeken over plaatsen & streken waar de familie woonachtig was bevat deze verzameling ook onderwerpen als de spoorwegen en de posterij. Dit laatste aangezien zowel mijn oudvader Arie Leendert Starreveld als diens schoonzoon, mijn betovergrootvader Petrus van Heijst jarenlang bij de post werkzaam zijn geweest. Beide waren postbezorger te Uitgeest. De eerstgenoemde wist het zelfs nog tot hoofd van het plaatselijke postkantoor te schoppen. Hieronder enkele foto's uit het familiearchief.




 
 
 

dinsdag 1 april 2014

Het leven in - een handboekje voor hen die de volksschool hebben doorlopen (uit het familiearchief)

Kwam vandaag in mijn familiearchiefje onderstaand boekwerkje weer eens tegen, dat mijn grootvader in 1930 bij het verlaten van de lagere school heeft meegekregen, om er voor te zorgen dat het geleerde hem van pas zou blijven komen. Waarvan akte. Maar nergens een woord over stofferen en behangen.






Charleville-Mezières - kind in de schaduw van Rimbaud

Afgelopen oktober bezocht ik de begraafplaats te Charleville, op zoek naar de laatste rustplaats van Arthur Rimbaud. Maar als je je dan toch tussen de graven bevindt, kun je net zo goed een rondje doen.

Naast een veld met steriel witte kruizen, werd ik vooral getroffen door de kindergraven die zich aan de rand van de bergraafplaats bevonden. Verstopt onder de bomen en op enige afstand van het pad, vielen ze bijna weg in de schaduw van de omheiningsmuur.

Veel doder kan de dood niet zijn & toch