zondag 14 maart 2010

Boudewijn en een doorschoten Sebastiaan



Terwijl ik gisteren op mijn gemak door de basiliek van Oudenbosch kuierde trof ik onder andere het bovenstaande beeld aan van de heilige Sebastiaan.

Sebastiaan bekeerde zich in het geheim tot het Christendom, omdat de christenen toen nog door de Romeinen vervolgd werden, en hielp de mensen die leden onder die vervolgingen. Als soldaat onder Diocletianus zou hij wonderen hebben verricht en hield hij lange redevoeringen. Hij wist de tweeling Marcus en Marcelianus te overreden de marteldood vooral toch te sterven.

Hij viel hierdoor in ongenade bij de keizer, nadat die ontdekte dat hij christen was. Soldaten arresteerden hem en doorzeefden hem op het Marsveld met pijlen. Volgens een ander verhaal werd hij naakt aan een boom of paal gebonden.

De heilige Irene, weduwe van de martelaar Castulus, wilde hem begraven maar merkte dat hij nog leefde. Ze nam hem mee naar huis en lapte hem op. Enkele dagen later stond Sebastianus op de trappen van de tempel van Sol Invictus om de twee keizers te wijzen op hun onrechtvaardig optreden tegen de christenen. Opnieuw werd hij gearresteerd en in het Circus van Rome doodgeknuppeld; zijn lichaam werd in de Cloaca Maxima (riool) gegooid. De Heilige Lucina (een ander verhaal zegt dat het Irene was) viste zijn resten op uit de drek, waste het lichaam en begroef hem in de catacomben aan de Via Appia, bij de toenmalige apostelbasiliek, op de plaats waar nu de basiliek van Sint-Sebastiaan buiten de Muren staat.

Dit alles deed me denken aan een gedichten cyclus van Boudewijn Büch - die ik hieronder even weer zal geven - het komt oorspronkelijk uit de bundel Dood Kind : Arbeiderspers 1982.

Sebastiaan doorschoten


zoals ik jou te Vorden zie. Het kerkhof
met de eeuwen dood. Hier ligt geen stof
meer om te treuren. Hier is het overlijden feest
naast neergehaalde vliegers in de nacht : een beest

met schoongebleekt karkas. De dichter Staring
och, hier rust blauw op zijn verjaring
en aan de linkerzijde een jonggestorven Prins
gebeiteld is de zerk niet meer van zins

dan dat kinderen tot Hem moeten komen
het regent. Geen neerslag. Geen klagend tonen

je bent een blonde putto, liefste en je leest:
tot zich genomen, God zij gevreesd
tussen zijden linten en plastic kransen

ik wil vanavond, Ruurlo, met jou discodansen

---

het onbereden paard, een katafalk
een zeemansgraf, verhangen aan de zolderbalk
onbekend als een soldaat, stuntpiloot
as drijft op Ganges, schijndood

is de taal die nog beweegt
waarin jouw schoonheid zweeft -
je dringt niet tussen de moleculen
eb & vloed als een pendule

soms gaat de maan er mee vandoor
dan sla je neer op het strand & schor

beluister ik , hoe je met het speelgoed praatte:
Beer / de pop / is in bad verdronken, laat me

spelen, dat ik ben matroos!

ik hoor je putto, ademloos

---

ik wilde niet langer bij jou zijn. Liever
slaap je toch alleen. Goudplevier
jij, schoon en lief, die al het jongensleven kent
maar niet de weemoed in het doodssegment


waarop al mijn taal verzameld is
ik ben daar duizend delen digitalis
op enkel water. Wat vloog
maakt ieder lied tot schijnbetoog

want jij bestrijkt een ander ruim
geen hemel & geen zeeschuim
betrekt zich op jouw jongensheid

jij reist door het kanaal
met vleugelboot van MS Vrolijkheid
die aanvaart met de Prins, een scheepsjournaal

---

soms kan het lied dit niet voldoen:
wanhoop naast de Prins toen
ik in het hotel Amigo, verborgen onder laken,
verlangde dichter tot hem aan te raken

verschrijf het dromend sterven. Het naakt
dat slaapt, ontoegankelijk gemaakt.
twee zijden op de rechthoek zijn gescheiden
weemoed ligt op één van beide

alsof ik op het kerkhof rust
een zerk opricht. Kus
ik marmer. Bloemen, onbegoten

Sebastiaan / doorschoten
je hebt verbruid. Vannacht
van schoonheid stil. Op wacht

---

ik doe met taal maar vreemde dingen
probeer met woorden te verspringen

wil alles op de dood berijmen
ieder vierkant zwart omlijnen

ingevuld met blauw. Een thermica
o, dichten is een betaalde asla

met een jongen als de rest: de poëzie
licht ontvlambaar brandt melancholie

dichter tot het stof
kerk- en prinsenhof

(....)


© Boudewijn Büch


Geen opmerkingen: