---
&
ik was er als kind reeds heilig van overtuigd nooit oud te zullen worden & vond mijn bondgenoten in 't hooft & chatterton passeerde keats passeerde van ostaijen & zag door de ogen van rimbaud dat het wel iets had dat eindeloze & wandelde moedeloos voorwaarts richting haven
er werd een zonsondergang verwacht
---
Geen opmerkingen:
Een reactie posten