zondag 4 juli 2010
uit de oude doos
In de tijd dat men het op zich prima vond als je er na pech een nieuw wiel in zette. Maar het kon natuurlijk niet zo zijn, dat je het kapotte exemplaar zomaar achterliet. Nee je was er mee vertrokken, dus zorgde je ook maar dat je er mee aankwam.
& ach, er liggen nog slecht 325 kilometer voor ons - dus waar zeuren we eigenlijk over.
Of het hem is weet ik niet, maar de bovenstaande foto doet me in ieder geval aan de Belg Leon Scieur denken.
De op 19 maart 1888 in Florennes geboren Waal Léon Scieur was een echte reus en een dorpsgenoot van Firmin Lambot. De rijzige Scieur begon pas op latere leeftijd te koersen. Hij was al twintig toen hij leerde fietsen. In 1913 haalt hij zijn eerste licentie als prof af. Hij start meteen in de Tour de France,maar geeft op in de zevende etappe. Het jaar daarop rijdt hij de Tour wel uit: 14e op tien uur van de winnaar.
Na de oorlog ontbreekt Scieur niet op het appél en met een vierde plaats in de eindstand toont hij zijn waarde. Hij had in de tweede etappe naar Cherbourg acht keer af te rekenen met een lekke band en verliest daar twee en een half uur. In Parijs staat hij nog geen drie uur achter op winnaar Firmin Lambot.
In 1920 wint hij op 32-jarige leeftijd zijn eerste grote koers. Na een enorme zware wedstrijd in echt beestenweer wint hij dat jaar Luik-Bastenaken-Luik door met Lucien Buysse de rest de vernieling in te rijden.
Hij wint voor het eerst een etappe in de Tour, Grenoble - Gex, en eindigt weer als vierde in Parijs, ondanks dat hij een tijdstraf van één uur had gekregen voor het accepteren van hulp bij een herstelling en het beledigen van een controleur. Van de vijftien etappes was hij dertien keer bij de eerste tien.
De Waalse Reus heeft zijn zinnen gezet op de Tour de France van 1921. Zijn vorm was in orde, getuige zijn derde plaats in Parijs - Roubaix. Hij was een uitstekend klimmer en op het vlakke noemde men hem niet voor niets De Locomotief. En bovendien was hij erg regelmatig. Na de tweede etappe in Cherbourg trekt hij de gele trui aan. Zijn voornaamste belager is Hector Heusghem. De volgende rit is meer
dan 400 kilometer lang en voert naar Brest. Leon Scieur wint en vergroot zijn
voorsprong op Heusghem nog eens met negen minuten.
Maar in de Pyreneeën is het Heusghem die een groot nummer opvoert. Hij wint in Luchon de etappe en nadert tot op vier luttele minuutjes. Scieur weet voor de Alpen weer wat uit te lopen op zijn rivaal, maar het was wel een boeiend duel. Scieur komt in de problemen als hij lek rijdt op de col d'Allos. Hij herstelt snel en haalt
nieuwe krachten boven uit het feit dat hij in de gele trui rijdt. Hij haalt Heusghem en de anderen bij, laat ze ter plaatse en wint in Grenoble met zes minuten voorsprong. De rit naar Straatsburg wordt gekenmerkt door een lange vlucht van twee renners: Leon Scieur en Hector Heusghem. Het is een echt duel, ze geven elkaar geen
duimbreed toe. De rit wordt weliswaar nog wel gewonnen door Honoré Barthelemy, maar de strijd was boeiend geweest.
In de voorlaatste rit heeft Scieur pech met zijn achterwiel. Hij steekt een nieuw wiel en neemt het oude mee op zijn rug naar de finish. Dat moest van het reglement.
Alle fietsonderdelen waren voorzien van een loodje. De tanden van de pion priemen in zijn rug en het bloed kleurt zijn gele trui rood. De littekens zouden tot aan zijn dood zichtbaar blijven. Leon Scieur wint de Tour de France, met een voorsprong van achttien minuten op Hector Heusghem. Honoré Barthelemy was derde op meer dan twee uur.
bron : dewielersite
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten