donderdag 17 juli 2008

Dichter

je rommelt wat
in marges van nacht

& noemt het dromen

tot woorden
het handschrift vormen
van vader - die dood is

dat je het
eindelijk lezen kan
& wakker wordt

alsof clichés in pyjama
ineens wel draagbaar zijn


© Jürgen Smit
17 april 2008

zondag 13 juli 2008

Eugene Christophe & de Tourmalet

Vandaag trok de tourkaravaan weer eens door de Pyreneeën, en hoewel ik al jaren niet meer op een racefiets heb gezeten, begint het dan toch altijd weer te kriebelen. Maar aangezien ik bij het aanschouwen van het geploeter, op de bank reeds begin te verzuren, dompel ik me enkel nog onder in de vele mooie verhalen en anekdotes die de wielergeschiedenis rijk is. Dus toen het peloton het plaatsje Saint Marie de Campan doorkruiste, kwam de naam van Eugene Christophe vanzelf boven drijven.



Het verhaal van Eugène Christophe is legendarisch te noemen. De Fransman degradeerde in 1913 op de Tourmalet alle kampioenen. Met grote voorsprong bereikte Christophe de top, waar hij kranten onder zijn trui stopte als bescherming tegen de kou in de afdaling. Drie kilometer onder de top voltrok zich echter een drama. De voorband van Christophe's fiets werd door een scherpe steen aan flarden gescheurd en de velg bonkte hard op de stenen. Voordat hij kon remmen zakte de Fransman door zijn fiets, doordat de vork was gebroken. Met zijn fiets over de schouders en het voorwiel in de linkerhand begon hij lopend aan de afdaling. Pas na een half uur haalden zijn achtervolgers hem in. Eugène Christophe bereikte na twee uur lopen Saint-Marie-de-Campan, waar hij de vork van zijn fiets repareerde bij de smid van het gehucht. Na anderhalf uur zette Eugène Christophe onder luid applaus van heel het dorp de achtervolging in op de renners, die vier uur eerder al waren gepasseerd. Christophe haalde in de volgende etappes nog zoveel van zijn achterstand in, dat hij op de 7e plaats in het eindklassement eindigde. Op slag was Eugène Christophe een beroemd man. Dat een zelfsoortig drama hem in 1919 nogmaals een mogelijke tourzege koste, maakt het verhaal er achteraf bezien enkel nog maar wranger op.

Op de schuur waar ooit de Smidse was gehuisvest prijkt nog steeds een plaquette, die ons aan dit heroïsche verhaal zal blijven herinneren.

zaterdag 12 juli 2008

Bibliotheken

Mijn gehele leven ben ik al gebiologeerd door bibliotheken, en al met al heb ik er dan ook al veel van binnen gezien. Ik noem onder andere een Artis Bibliotheek, een Bibliotheca Thysiana te Leiden, die van het Teylers Museum, the Trinity & Marsh's Library te Dublin, the British Library te Londen, en met het nodige geluk zal ik daar in September ook nog de Amalia Bibliotheek te Weimar aan toe kunnen voegen, maar toch kan geen van de bovenstaande instituten tippen aan de bibliotheek waar ik in aanraking kwam met enkele van mijn favoriete schrijvers zoals JD Salinger, James Agee, Henry Miller (zoals ik hem nog nooit eerder gelezen had), Carlos Castaneda. Waar ik voor een periode van negen maanden iedere zaterdagochtend klokslag 10 uur voor de deur stond, popelend om mijn hand te leggen op de essays van Orwell, the innocents abroad van Twain, Waar ik me ondanks het armoedige interieur, de vaak in slechte staat verkerende boeken, werkelijk geconfronteerd wist met de ziel der boekenliefde, het woord zoals ik dat nooit eerder ervaren had en hoogstwaarschijnlijk ook nooit meer evenaren zal.

Ter compensatie ben ik thuis mijn eigen bibliotheek gaan samenstellen, maar nog voel ik geregeld de behoefte de lange trap af te dalen naar de krochten van de mij zo geliefde schuilkelder annex boekenhemel op kibbutz Yasur te Israël & me vol verwachting te wenden tot de oude Ismaël, met de vraag of hij toevallig nog iets had liggen over het leven van Theodor Herzl of Ben Yehuda. Ismaël is niet meer, maar het verlangen zal wel altijd blijven bestaan.

uit het schetsboek geklapt