zaterdag 10 augustus 2013

Kibbutznotities (3)



In de begindagen van de kibbutz, we schrijven 1949 – 1950 bestond het uit niet veel meer dan een tentenkamp op een heuvel, aangezien het lager gelegen moerasland eerst drooggelegd en ontgonnen diende te worden.

In de jaren negentig was er nauwelijks nog iets te vinden dat aan die beginsituatie deed denken, op de heuvel & muskieten na dan, en ziektes als moeraskoorts en malaria waren al lang en breed verleden tijd. De ziekte waar men nog wel enige angst voor had, werd door één simpele test voor zover mogelijk in bedwang gehouden - wat de gojem/volunteers betrof in ieder geval .& het water dat resteerde bevond zich in de verschillende vijvers die rondom de kibbutz verspreid lagen en waar Karpers en de in Israël bekende Petrusvis gekweekt werden.

 
De kibbutz die ik aantrof was net als de meeste kibbutzim volgens een vast cirkelvormig bouwplan ontworpen. In het hart lagen de openbare gebouwen zoals het ontmoetingscentrum (met daarin onder andere de eetzaal, de moldairn), het kibbutzkantoor (waar de secretaris, de werkplanner etc, werkzaam waren),het postkantoor, de kibbutz-kroeg, de wasserette, de winkels etc.

Daaromheen vond je de woningen van de kibbutzniks, vaak omgeven door grasvelden, paadjes en tuinen. Terwijl in de buitenste ring de werkplekken zoals de koeienstallen, de kippenfarm, de fabrieken en de garages te vinden waren.

Maar de kibbutz die ik aantrof was daarentegen ook aan de nodige veranderingen onderhevig.
 
Waar in het begin iedereen op de kibbutz zelf werkzaam was, een gezamenlijk inkomen genoot, iedereen in de grote eetzaal zijn maaltijden nuttigde, en de kinderen grotendeels in de op de kibbutz gevestigde kinderhuizen gebroederlijk c.q. gezusterlijk opgroeide , waren er nu verschillende mensen die buiten de kibbutz werkte, die extra gelden en bezitingen hadden, die meer in hun eigen huis bivakkeerden, (op veel ouderen na dan - die zich toch nog zoveel mogelijk aan het vertrouwde patroon vast probeerde te klampen), en wat de kinderen betrof , die woonde weer gewoon bij hun ouders, hoewel ze nog wel rond hun vijftiende een eigen (kleine) woning op de kibbutz betrokken, zoals daarvoor ook al de gewoonte was. Woningen waarin ik meer dan eens wakker ben geworden met de gedachte, dat het mogelijk wel een verrijking was geweest als.

**

Op de kibbutz bevond zich ook een kinderboerderij waarvan ik me eerlijk gezegd alleen de apen en de pauwen kan herinneren.

De eerste omdat ze er mijns inziens gewoonweg niet thuishoorde & de tweede omdat ze al zou je dat willen niet uit het geheugen dan wel van het trommelvlies te verbannen waren.

Onze barakken lagen toch een aardig stuk op het zuiden, maar regelmatig werd je opgeschrikt door het angstaanjagende geschreeuw van deze protserige sirenen, als het alarm op de eerste maandag van de maand, maar dan korter en mijns inziens een stuk intenser.

Op één of andere manier kon ik een verband met het verleden maar niet uit mijn hoofd zetten. Alsof ze iemand in hadden gehuurd om de opgekropte woede en angst te uitten. A reminder voor het slapen gaan.

**

Geen opmerkingen: