zondag 11 augustus 2013

Kibbutznotities (4)




Op vrijdagavond zat de eetzaal vol & werd er kip geserveerd. Geen kippen die ik persoonlijk kende overigens, maar na negen maanden gaat daar vanzelf de smaak vanaf. Daarna ging je naar de kroeg, waar doorgaans alleen kibbutzjeugd en volunteers te vinden waren Het deed me een beetje aan mijn geboortedorp denken, maar dan in het Engels, zoals alles in mijn hoofd in die dagen in het Engels ging.

Het dromen in het Engels beviel me overigens beter dan in het Nederlands, maar aangezien ik weinig voel om daar nu een hele studie tegenaan te gooien hou ik het vooralsnog even bij deze ene opmerking, en wandel weer door het dichtstbegroeide deel van de kibbutz waar de jeugd woonde en waar ik als vanzelfsprekend enkele minuten later dan Yael arriveerde. volledig plantonisch.

Yael betekende overigens geit, waar mijn naam om welke reden dan ook afgeleid van George zoveel betekende als landarbeider – lees boer. Volkomen logisch dus. Al was het alleen maar om het feit dat ik net zo'n landarbeider was als de eerste pioniers die in Palestina arriveerde, een groep die grotendeels bestond uit intellectuelen en ambachtslieden, zoals diamantbewerkers & schoenmakers. Met andere woorden een godswonder dat ze het allemaal nog uit de grond hebben weten te stampen . (En nee ik ga op dit moment nog niet in op de vraag wiens grond het nou precies was) Meer gunstige voorbodes had ik op dat moment in ieder geval niet nodig.

**

Een in Israël geboren jood wordt ook wel een Sabra genoemd, naar een gelijknamige cactus, die hard van buiten en zacht van binnen is en de mooiste bloemen draagt. Hoe cliché dat ook moge klinken, het klopte wel. Over die buitenkant dan in ieder geval. Wat de binnenkant (Yael indachtig) betreft bleek het doorgaans vooral een kwestie van tijd. Vertrouwen is niet iets dat aan komt waaien, – zoals de meeste volunteers.
 
**
 
Kevin, één van de volunteers, die al vanaf zijn geboorte een misvormd gezicht had, & me enigszins aan een film van David Lynch deed denken, liep zijn hele leven al ziekenhuizen in en uit, en werd van kleins af aan de godganse dag aangestaard en nagekeken, om het maar niet over het talige aspect te hebben, maar ik heb hem nooit op één negatief woord kunnen betrappen. Eerlijk gezegd kan ik me ook nauwelijks herinneren hoe de kibbutzniks op hem reageerde, of hij nu wel of niet geaccepteerd werd. Het feit dat ik het me niet meer herinner zegt misschien nog wel het meest.

**

Je zou de kibbutz voor een deel met een dorp uit de jaren vijftig kunnen vergelijken. Kijkende naar het kleinschalige karakter, de overzichtelijkheid, de sociale controle & de onvermijdelijke roddel en achterklap . Maar waar men ook wel een bepaalde saamhorigheid ervoer (al dan niet ideologisch), en alles wat je in principe nodig had was binnen handbereik. De typische voor en nadelen die door een ieder weer anders gewogen zullen worden.

Mij heeft dat dorpse altijd wel gelegen. Niet dat je nou de deur bij elkaar plat moet gaan lopen, of op elke beweging in de gemeenschap hoeft te reageren, maar je bent er indien nodig, en je weet wat je aan elkaar hebt. En natuurlijk waren er op de kibbutz ook verschillende mensen die elkaar al decennia lang niet meer aankeken, maar wanneer je uitzonderingen boven de kern gaat verkiezen kun je net zo goed in een stad gaan wonen - of helemaal niet.

**
 
Naast de kippenfarm stond een fabriek waar men speelgoed vervaardigde. Scheikundesets om precies te zijn. De fabriek had in de jaren zeventig en tachtig aardig gelopen, toen educatief speelgoed blijkbaar nog goed in de markt lag, maar daarna was het al snel bergafwaarts gegaan. Dat zelfde gold overigens ook voor de sokken fabriek, al heb ik daar dan weer een minder tastbare verklaring voor. Enkele Kibbutzim verderop vervaardigde men olievaten. Afgenomen door het gehele Midden-Oosten. Heb dat altijd een mooi idee gevonden.

Geen opmerkingen: