Op vrijdagavond zat de
eetzaal vol & werd er kip geserveerd. Geen kippen die ik
persoonlijk kende overigens, maar na negen maanden gaat daar vanzelf de smaak vanaf. Daarna ging je naar de kroeg, waar doorgaans
alleen kibbutzjeugd en volunteers te vinden waren Het deed me een
beetje aan mijn geboortedorp denken, maar dan in het Engels, zoals
alles in mijn hoofd in die dagen in het Engels ging.
Het dromen in het Engels
beviel me overigens beter dan in het Nederlands, maar aangezien ik
weinig voel om daar nu een hele studie tegenaan te gooien hou ik het
vooralsnog even bij deze ene opmerking, en wandel weer door het
dichtstbegroeide deel van de kibbutz waar de jeugd woonde en waar ik
als vanzelfsprekend enkele minuten later dan Yael arriveerde.
volledig plantonisch.
Yael betekende overigens
geit, waar mijn naam om welke reden dan ook afgeleid van George
zoveel betekende als landarbeider – lees boer. Volkomen logisch dus.
Al was het alleen maar om het feit dat ik net zo'n landarbeider was
als de eerste pioniers die in Palestina arriveerde, een groep die
grotendeels bestond uit intellectuelen en ambachtslieden, zoals
diamantbewerkers & schoenmakers. Met andere woorden een
godswonder dat ze het allemaal nog uit de grond hebben weten te
stampen . (En nee ik ga op dit moment nog niet in op de vraag wiens
grond het nou precies was) Meer gunstige voorbodes had ik op dat moment in ieder
geval niet nodig.
**
Een in Israël geboren
jood wordt ook wel een Sabra genoemd, naar een gelijknamige cactus,
die hard van buiten en zacht van binnen is en de mooiste bloemen
draagt. Hoe cliché dat ook moge klinken, het klopte wel. Over die
buitenkant dan in ieder geval. Wat de binnenkant (Yael indachtig) betreft bleek het
doorgaans vooral een kwestie van tijd. Vertrouwen is niet iets dat
aan komt waaien, – zoals de meeste volunteers.
**
Kevin, één van de volunteers, die
al vanaf zijn geboorte een misvormd gezicht had, & me enigszins
aan een film van David Lynch deed denken, liep zijn hele leven al
ziekenhuizen in en uit, en werd van kleins af aan de godganse dag aangestaard en
nagekeken, om het maar niet over het talige aspect te hebben, maar ik
heb hem nooit op één negatief woord kunnen betrappen. Eerlijk
gezegd kan ik me ook nauwelijks herinneren hoe de kibbutzniks op hem
reageerde, of hij nu wel of niet geaccepteerd werd. Het feit dat ik
het me niet meer herinner zegt misschien nog wel het meest.
**
Je zou de kibbutz voor een
deel met een dorp uit de jaren vijftig kunnen vergelijken. Kijkende
naar het kleinschalige karakter, de overzichtelijkheid, de sociale
controle & de onvermijdelijke roddel en achterklap . Maar waar
men ook wel een bepaalde saamhorigheid ervoer (al dan niet
ideologisch), en alles wat je in principe nodig had was binnen
handbereik. De typische voor en nadelen die door een ieder weer
anders gewogen zullen worden.
Mij heeft dat dorpse
altijd wel gelegen. Niet dat je nou de deur bij elkaar plat moet gaan lopen, of op elke beweging in de gemeenschap hoeft te reageren, maar
je bent er indien nodig, en je weet wat je aan elkaar hebt. En
natuurlijk waren er op de kibbutz ook verschillende mensen die elkaar
al decennia lang niet meer aankeken, maar wanneer je uitzonderingen boven
de kern gaat verkiezen kun je net zo goed in een stad gaan wonen - of helemaal niet.
**
Naast de kippenfarm stond
een fabriek waar men speelgoed vervaardigde. Scheikundesets om
precies te zijn. De fabriek had in de jaren zeventig en tachtig
aardig gelopen, toen educatief speelgoed blijkbaar nog goed in de
markt lag, maar daarna was het al snel bergafwaarts gegaan. Dat
zelfde gold overigens ook voor de sokken fabriek, al heb ik daar dan
weer een minder tastbare verklaring voor. Enkele Kibbutzim verderop
vervaardigde men olievaten. Afgenomen door het gehele Midden-Oosten.
Heb dat altijd een mooi idee gevonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten