dinsdag 13 augustus 2013

kibbutznotities (7)


 
Wanneer je de kip een hand voor ogen hield, viel ie uiteindelijk in slaap. In de veronderstelling dat het nacht was. Of altijd al nacht geweest.

En ik kon me maar niet aan de gedachte onttrekken dat dat buiten het kippenhuis ook zo werkte. Een beperkt geheugen is immers net zo goed geblokkeerd.

**

we hadden die nacht
in de open lucht doorgebracht

& het was geen moment
bij mij opgekomen

dat er ook slangen waren

het zal de wodka
wel geweest zijn – of jij

dat stadium

**

Noem mij een begraafplaats & ik wil er heen. Zo ook te Jeruzalem. Alwaar ik een halve dag in de brandende zon op de flanken van de Olijfberg rondsjouwde, en door goedwillige omstanders langs verscheidene stenen werd geleid zonder er, tot op de dag van vandaag, ook maar enigszins zeker van te kunnen zijn, daadwerkelijk aan het graf van Jacob Israël de Haan te hebben gestaan. Maar verspilde kiezelstenen bestaan niet.

**


Tegen de voorgevel van The Church of the Holy Sepulchere te Jeruzalem stond sinds jaar en dag een bouwvakkersladdertje, waarvan niemand wist door wie die daar nou precies was achtergelaten.

Uit angst één van de vele takken binnen dit Huis Gods voor het hoofd te stoten, durfde niemand hem te verwijderen. Met andere woorden : hij staat er nog steeds

**

rond mijn nek
hangt nog steeds de ketting
met het telefoonmuntje

waarmee ik maandenlang
naar huis belde

doorgaans roerloos

**

Drijvend in een dode zee.
 
Het bleef een onvergetelijke ervaring, om vervolgens, precies op het moment dat je dreigde uit te drogen door een overdosis aan zout, zonder hindernissen onderweg over te steken naar de oase Ein Gedi, alwaar je onder een waterval weer tot jezelf kon komen, bij kon tanken, het lichaam kon bieden wat het nodig had.
 
Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En ja er schoten mij regelmatig vergelijkingen te binnen. Vol onmacht.

Geen opmerkingen: